Aftredend voorzitter van de ACEA, de heer Zipse: “De afgelopen jaren werden gekenmerkt door de COVID-pandemie, verstoorde toeleveringsketens, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis, stuk voor stuk factoren die een zware impact hebben gehad op onze sector.”

“Niettemin is de Europese auto-industrie in deze erg volatiele tijden de betrouwbare industriële ruggengraat van de EU geweest. Tegelijkertijd hebben we gewaarschuwd tegen overregulering en opgeroepen tot technologieneutraliteit als basis voor het concurrentievermogen van de EU.”

De nieuwe voorzitter van de ACEA, de heer de Meo: “Naar de toekomst toe moet Europa dringend een beleid implementeren dat ons doel van koolstofneutraliteit ten volle ondersteunt en dat ons in staat stelt om de toenemende wereldwijde concurrentie het hoofd te bieden.”

“We zijn verheugd met het werk aan de Europese Grondstoffenwet, die de economische veerkracht van het continent en de verschuiving naar nuluitstoot moet ondersteunen. Onze sector investeert fors in elektrische mobiliteit en om waardecreatie en banen in Europa te garanderen.”

“Het Euro 7-voorstel in zijn huidige vorm zou echter enorme menselijke en financiële middelen uit de elektrificering halen, en dat op een moment dat andere wereldregio’s een aantrekkelijke investeringsomgeving voor emissievrije mobiliteit creëren.”

“De ACEA zal blijven pleiten voor een evenwicht tussen wat goed is voor het milieu, wat goed is voor de Europese economie en wat goed is voor de samenleving.”

De voorzitter van de ACEA wordt voor een – eenmaal verlengbare – termijn van een jaar verkozen door de CEO’s van de aangesloten bedrijven, de belangrijkste Europese fabrikanten van auto’s, bestelwagens, vrachtwagens en bussen.