De resultaten liegen er niet om: sinds Alpine zich begin 2021 heeft toegelegd op de koningsklasse van het FIA WEC, die van de zogeheten Hypercars, kan het raceteam bogen op een indrukwekkende staat van betrouwbaarheid. De Alpine A480 verscheen tot nu toe acht keer aan de start van een endurance-race. Alle acht keer haalde hij de finish en alle acht keer eindigden de drie betrokken coureurs op het podium! Let wel: het gaat hierbij om bijna 72 uur racen met vol vermogen, zonder dat ook maar één kritiek probleem de fraai blauwe carrosserie van de Alpine A480 een halt toeroept. Een opmerkelijke staat van dienst waar veel concurrenten jaloers op zijn.

“Tijdens endurance-races komt het aan op betrouwbaarheid. Met een auto die de race niet uitrijdt, ben je niets!”

David Vincent, operationeel verantwoordelijke van het Alpine Elf Endurance Team

Twee belangrijke variabelen

David is een perfectionist en zegt dat de afgelopen endurance-races wel degelijk de nodige uitdagingen met zich meebrachten, zoals de zinderende hitte vorig jaar in Bahrein. Maar zelfs toen slaagden coureurs Nicolas Lapierre, Matthieu Vaxiviere en André Negrão erin om de geblokte finishvlag te halen, punten te pakken en een podiumplaats te veroveren. Een dergelijk hoog betrouwbaarheidsniveau komt niet uit de lucht vallen. Het is het resultaat van twee belangrijke variabelen: een uitstekend ontwerp en een minutieus beheer van bedrijfsprocessen.

Variabele eisen

Niet alle circuits zijn even slopend. Sommige circuits vergen meer van de technologie dan andere. Bijvoorbeeld Sebring International Raceway waar Alpine afgelopen maart de eerste ronde van het FIA World Endurance Championship 2022 won. “Sebring is het zwaarste circuit van het kampioenschap, want het is erg hobbelig”, bevestigt David Vincent. “Het is trouwens altijd een uitdaging om het raceseizoen met dit event te beginnen. Qua betrouwbaarheid staat de 8 uur durende race in Sebring gelijk aan de 24 uur durende race op het circuit van Le Mans. Onderdelen die tijdens zo’n beproeving op Sebring zijn gebruikt, belanden nadien op de schroothoop, terwijl sommige onderdelen na de 24 uur van Le Mans juist opnieuw kunnen worden gebruikt.”

Onderdelenbeheer is een van de sleutels tot betrouwbaarheid. “Wanneer de onderdelen worden aangeleverd, wordt elk onderdeel voorzien van een streepjescode of een gravure. Vervolgens wordt het onderdeel gedurende zijn gehele levensduur getraceerd, inclusief een nauwkeurig overzicht van het aantal afgelegde kilometers”, verduidelijkt David. “Er wordt vooraf een gebruiksplan opgesteld om het maximale rendement te halen. Zit de race er eenmaal op, dan worden de onderdelen tijdens hun laatste dagen soms nog gebruikt voor testsessies, maar we nemen zelden het risico om ze opnieuw in te zetten voor een wedstrijd.”

Dat betekent echter niet dat de auto bij de start van elke race wordt uitgerust met gloednieuwe onderdelen. “Het kan gebeuren dat we geen 100% nieuwe onderdelen plaatsen”, zegt David. “In sommige gevallen starten we liever met onderdelen die al getest zijn of zelfs al een race erop hebben zitten.”

Le Mans, het ultieme vonnis

Natuurlijk vormen de 24 uur van Le Mans een bijzondere uitdaging, aldus David: “Tijdens Le Mans is het de duur van de race die het zo moeilijk maakt. Het circuit zelf is niet echt zwaar. Bovendien is onze Alpine van begin af aan ontworpen om dergelijke lange afstanden zonder problemen vol te houden. Als het startschot is gegeven, beperkt ons werk zich in theorie tot brandstof tanken en banden vervangen.” Endurance-races zijn echte sprints geworden en een motorinterventie zou elke hoop op een goede plaats tenietdoen.

Dankzij de telemetrie en de talrijke geïntegreerde sensoren kunnen de ingenieurs de werking van de Alpine A480 realtime volgen: “Tot de bouwstenen van de auto behoren bepaalde onderdelen die meer aandacht vragen. Het gaat om de elektronische systemen, die vandaag de dag het kwetsbaarst zijn. 90 procent van de problemen die we tijdens races tegenkomen, heeft betrekking op elektronica,” aldus David.

Maar ook andere, meer mechanische onderdelen worden zwaar belast op het circuit van Le Mans, zoals de versnellingsbak en de remmen. Die laatste worden des te meer op de proef gesteld omdat het reglement de Alpine A480 verplicht om een zware ballast te vervoeren in verhouding tot zijn oorspronkelijke gewicht. De remmen zijn cruciaal voor zowel de prestaties als de veiligheid van de coureurs. De keramische remschijven, de remklauwen en de remblokken zijn zodanig gedimensioneerd dat ze tijdens de 24 uur van Le Mans niet vervangen hoeven te worden.

Bestudeerde trajecten

Voor de race wandelen de coureurs samen met de ingenieurs een rondje op het circuit om de juiste racelijn af te spreken: “Bij elke bocht beslissen ze samen om de wielen op de ene of de andere plaats te zetten, en om op de ene apex te rijden en een andere te vermijden. Op die manier worden ophanging, carrosserie en alle andere onderdelen zo goed mogelijk beschermd.”

Soms worden goed voorbereide races gedwarsboomd door onvoorziene omstandigheden zoals hevige regen, een safety car, een lichte aanraking met een andere deelnemer of een zwaar ongeval. Al deze omstandigheden kunnen het verloop van de wedstrijd sterk beïnvloeden. Maar het team is goed voorbereid en zal alles op alles zetten om de race uit te kunnen rijden. “Als we ooit moeten ingrijpen na een aanrijding, liggen alle onderdelen als back-up klaar. Al onze subonderdelen worden in ‘plug and play’-modus voorbereid om ze zo snel mogelijk op de auto te kunnen monteren,” besluit David.

Hopelijk heeft de Alpine A480 op 11 en 12 juni aanstaande als de 24 uur van Le Mans verreden wordt geen dergelijke ingrepen nodig en maakt hij zijn rondjes als vanouds, onberispelijk en betrouwbaar. En dan het liefst de klok rond…